
Wat weet een algoritme van verlangen?
geschreven door Cindy Druyts, auteur van Kut genoeg om een boek over te schrijven
Vanaf december mogen volwassen gebruikers van ChatGPT ook erotiek genereren. De wereld reageert voorspelbaar verdeeld: van giechelend opgewonden tot moreel gealarmeerd. “AI-porn!” roept de één. “Het einde van intimiteit!” de ander. Maar dat is niet de vraag die ertoe doet. De echte vraag is wat een algoritme eigenlijk denkt te weten over erotiek en wat dat over ons zegt.
ChatGPT is geen gevoelig wezen maar een zogenaamd Large Language Model: een programma dat leert schrijven door miljarden zinnen van het internet te analyseren. Het leert met andere woorden van onze woorden, niet van ervaring. Precies dat maakt uit, want wat er overblijft is taal die de werkelijkheid slechts gedeeltelijk kent.
De logica van de climax
Een taalmodel leert niet van ervaring, maar van tekst. Van miljarden zinnen die wij online hebben gezet: onze reclames, onze porno, onze mythes. En wat leest het dan vooral? Het mannelijke script, waarin voorspel optioneel is, genot lineair verloopt en de climax mannelijk gedefinieerd wordt. In die wereld komt iedereen synchroon klaar, zonder twijfel, zonder stilte, zonder frictie.
Toen ik als seksuoloog in 2023 ging onderzoeken hoe ChatGPT sprak over seksualiteit, viel iets op. Alles wat over vrouwelijke seksualiteit ging, werd geblokkeerd. Vragen over vaginale pijn, clitorale stimulatie of vrouwelijke opwinding waren “ongepast”, terwijl gesprekken over erectiestoornissen of libidoverlies bij mannen gewoon doorgingen. Vragen over iedereen die zich niet als cis man of cis vrouw bestempelt, leverden simpelweg een foutmelding op. Intussen is dat deels aangepast, maar het zegt veel over de bron waaruit deze technologie drinkt. AI leert wat wij cultureel toestaan, en dat is opvallend weinig vrouwelijk, weinig kwetsbaar en vooral weinig echt.
De fabels die we blijven herhalen
Onze seksuele cultuur is gebouwd op mythes die we blijven recyclen. We geloven nog altijd dat de vibrator ooit werd uitgevonden om vrouwen te genezen van hysterie, dat glijmiddel een luxeproduct is, dat vrouwen moeilijk klaarkomen en mannen vanzelf. En ergens zingt Freud nog mee met zijn inmiddels honderd jaar oude theorie dat volwassen vrouwen vaginaal moeten klaarkomen om “emotioneel rijp” te zijn, een idee dat wetenschappelijk nergens op slaat maar cultureel nog altijd doorwerkt.
Dat zijn de verhalen waar een LLM van leert. Geen wonder dat het straks erotiek produceert vol brave orgasmes, afgemeten verlangens en correct geformuleerde toestemming, maar zonder enige nuance van hoe seks werkelijk voelt. Onze modellen kennen geen haperende lichamen, geen twijfel, geen lachbui middenin. Ze kennen geen menselijkheid. Een taalmodel leert dus niet van wat mensen voelen, maar van wat mensen zeggen dat ze voelen. Dat is een subtiel, maar fundamenteel verschil.
Echte seks (en emoties) passen niet in code
Seks is nooit lineair. Ze is teder, stuntelig, soms ongemakkelijk, soms grappig, soms gewoon allesoverstijgend. Dat maakt haar menselijk. Een algoritme kent dat niet. Het weet niet hoe het voelt als een lichaam zich terugtrekt omdat het even te veel is, of juist ontspant omdat het eindelijk veilig voelt.
Eigenlijk geldt dat niet alleen voor erotiek. Hetzelfde gebeurt wanneer AI emoties probeert te begrijpen. Verdriet, verlangen, schaamte en angst: het kan erover schrijven, maar het voelt niets. Het herkent patronen, maar geen betekenis. Wat een LLM over verlangen weet, is wat wij er collectief over durven te zeggen. Dat blijkt, historisch gezien, niet veel.
De echte technologie die we nodig hebben
Er zit nochtans iets hoopvols in het idee van AI-erotiek. In theorie zou dit een partner kunnen zijn die een “nee” altijd respecteert, nooit beledigd is door afwijzing en niet vraagt waarom je stopt, maar gewoon of je nog wil verdergaan. Dat klinkt bijna revolutionair: een middel om de concepten agency en consent aan te leren.
Maar dat lukt alleen als we de code herschrijven, en niet enkel de programmeercode maar ook de culturele. We hebben algoritmes nodig die getraind worden op de hele menselijkheid van seks: plezier, schaamte, tederheid, humor, vermoeidheid en onzekerheid. Seks die niet eindigt bij penetratie en verlangen dat niet altijd een climax nodig heeft.
Tot die tijd is AI-erotiek vooral een spiegel en wat ze weerspiegelt, is een wereld die nog altijd denkt dat seks iets is wat je kunt perfectioneren, dat genot een prestatie is en dat falen geen onderdeel mag zijn van plezier. Misschien wordt AI ooit slim genoeg om te leren wat wij zelf nog niet helemaal begrijpen: dat verlangen zelden lineair is, dat tederheid complexer is dan code en dat kwetsbaarheid misschien wel het echte voorspel is. Tot dan blijft mijn hoop bij iets wat geen enkel algoritme kan programmeren: mensen die durven luisteren, naar hun lichaam, naar dat van de ander, en naar alles wat niet in data past.
Cindy Druyts is klinisch seksuologe en auteur van Kut genoeg om een boek over te schrijven (Acco).
Cindy
Dit artikel werd geschreven door Cindy Druyts, klinisch seksuoloog VVS, opleider en auteur van het boek 'Kut genoeg om een boek over te schrijven' met eigen praktijk te Antwerpen: Konektis